Woonwagenbeleid gemeente Utrecht in discussie
B & W van Utrecht hebben in een Commissiebrief Toekomstwoonwagenstandplaatsen 3 Sept 2013 aan de commissie Stad en Ruimte geschreven, dat zij op 16 juli hebben ingestemd met een aantal wijzigingen in het gemeentelijk beleid met betrekking tot standplaatsen voor woonwagens. Deze wijzigingen vloeien voort uit de vervolgbesprekingen op basis van de ‘Startnotitie Herbezinning koers woonwagenzaken Utrecht’ die het College eind 2011 heeft vastgesteld.
In deze Startnotitie zijn 5 onderwerpen benoemd die voor nader onderzoek en eventueel herziening in aanmerking kwamen. De gemeente is verantwoordelijk voor het algemene woonwagenbeleid. De aanleg, het beheer, de verhuur en de exploitatie zijn in handen van de BV Woonwagenexploitatie, die wordt gevormd door de Utrechtse woningcorporaties Mitros, Bo-Ex, Portaal en SSH.
De onderwerpen voor herbezinning waren: het aantal woonwagenstandplaatsen in Utrecht, de toewijzing van standplaatsen, de financiën van de BV Woonwagenexploitatie, toezicht en handhaving op en rond de standplaatsen en de communicatie met de woonwagenbewoners.
In de bijgevoegde notitie Startnotitie Herbezinning Koers Woonwagenzaken Sept 2011 Utrecht zijn genoemde onderwerpen uitgewerkt in voorstellen voor aanpassing van het woonwagenbeleid. 28 augustus de Ruimtelijke Richtlijnen Woonwagenlocaties 2012 vastgesteld, welke op 29 augustus 2013 is gepubliceerd op de gemeentelijke website. In deze beleidsnotitie geeft zij een korte verantwoording van haar beleid:
1. Geen verdere uitbreiding van het aantal woonwagenstandplaatsen
De stad Utrecht telt op dit moment 137 standplaatsen op 34 woonwagenlocaties. Wij willen deze aantallen niet verder uitbreiden; dat geldt ook voor de locaties in Leidsche Rijn en op het Veemarktterrein, die eerder in aanmerking zouden komen voor het aanleggen van nieuwe standplaatsen.
2. Meer invloed van woonwagenbewoners bij de toewijzing van standplaatsen
Tot nu toe gebeurt de toewijzing van standplaatsen op basis van woonduur en inschrijvingstijd. Op van een nieuwe bewoner voor een vrijgekomen standplaats., zoals dat bij het toewijzen van een woning in woongroepen gebeurt. Op uitdrukkelijke wens van de woonwagenbewoners zelf krijgen zij voortaan meer invloed bij de keuze.Een andere beoogde wijziging in relatie tot het toewijzingsbeleid is het medehuurderschap van de
inwonende kinderen van een woonwagenbewoner. Onderzocht gaat worden of de kinderen automatisch huurder van de standplaats kunnen worden, zodat zij niet hoeven te verhuizen bij vertrek of overlijden van de hoofdbewoner.
3. Financiën van de BV Woonwagenexploitatie
In 2002 heeft de gemeente eigendom, beheer en exploitatie van de woonwagenstandplaatsen overgedragen aan de Utrechtse woningcorporaties Mitros, Portaal, Bo-Ex en SSH. Hoewel de BV aangeeft dat zijn financiële positie problematisch is, is er voor het College geen aanleiding om de BV financieel tegemoet te komen dan wel (extra) budget te reserveren voor de uitvoering van het woonwagenbeleid.
4. Toezicht en handhaving op en rond de woonwagenlocaties
Volgens de BV Woonwagenexploitatie staat regelmatig de leefbaarheid en overlastproblematiek op en rond de woonwagenlocaties centraal. Om de woonoverlast effectief te bestrijden zal de gemeente meer proactief handhaven, in nauwe samenwerking met de BV en de politie.
5. Communicatie en overleg met de woonwagenbewoners
Woonwagenbewoners hebben dezelfde mogelijkheden voor participatie als andere bewoners van Utrecht met een bijzondere woonwens. De gemeente staat open voor een initiatief of vraag voor
overleg vanuit de gemeenschap van woonwagenbewoners. Op de huidige woonwagenstandplaatsen zal een wijkbericht worden verspreid over het aangepaste beleid.