10 en 31 januari 2019
Kantonrechter wijst ontruiming woonwagenlocatie Waddinxveen af. Woonwagenwoningen mogen niet gelijkgesteld worden aan woonwagens.
Op 10 januari 2019 heeft de kantonrechter van de Rechtbank in Gouda over de ontruiming van een woonwagenlocatie in Waddinxveen vastgesteld dat woonwagenwoningen niet gelijkgesteld kunnen worden aan woonwagens. De rechter heeft vervolgens het verzoek tot beëindiging van de huurovereenkomsten met de huurders op de tijdelijke woonwagenlocatie aan de Meteorenweg in Waddinxveen afgewezen.
De rechtzaak was aangespannen door woningcorporatie Woonpartners Midden-Holland. Zij had de bewoners voor de rechter gedaagd, omdat ze weigeren te verhuizen naar speciale ‘woonwagenwoningen’ die de corporatie voor hen op het oog had.
Met deze uitspraak volgt nu ook de rechter de uitgangspunten van het College voor de Rechten van de Mens, zoals die in het Beleidskader gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid van minister K.Ollongren zijn opgenomen. Op blz 15 wordt gesteld dat :
- De woonwagen een wezenlijk onderdeel is van hun cultuur en identiteit
- De gemeenten in hun algemene beleid aandacht moeten hebben voor de specifieke woonbehoefte van woonwagenbewoners.
- Deze behoefte kenmerkt zich door het wonen in een woonwagen en door het in familieverband samen wonen op een woonwagenlocatie.
- Bij het aanbieden van alternatieve huisvesting bijvoorbeeld rekening dient te worden gehouden met het feit dat het woonwagenleven dermate specifiek is, dat eenzelfde woongenot voor woonwagen-bewoners alleen mogelijk is in een woonwagen.
- In andere woorden het aanbieden… van reguliere huisvesting aan woonwagenbewoners is onvoldoende, dit is geen cultureel toereikende woning voor hen.
De bewoners van de tijdelijke woonwagenlocatie aan de Meteorenweg waren al eerder op 18 januari 2018 in het gelijk gesteld door het College voor de Rechten van de Mens. Zowel de gemeente Waddinxveen als de woningcorporatie Woonpartners Midden-Holland werden wegens discriminatie veroordeeld. Het College was het eens met de bewoners, dat een woonwagenwoning van steen, die direct met de grond verbonden is en niet verplaatsbaar is, niet aansluit bij hun cultuur en niet gelijk is te stellen met een woonwagen.
Zie bericht: https://www.mensenrechten.nl/nl/oordeel/2018-9
De uitspraak van de kantonrechter kunt u hieronder downloaden:
Waddinxveen Woonwagenwoningen Niet Gelijk Aan Woonwagens ECLI NL RBDHA 2019 76Woningcorporatie Woonpartners Midden-Holland gaat niet in beroep.
31 januari 2019. De woningcorporatie gaat niet in beroep tegen de uitspraak van de kantonrechter. De bewoners mogen voorlopig blijven wonen in hun woonwagens. De huurovereenkomsten blijven intact. Nu er een duidelijke uitspraak ligt wordt gewerkt aan een alternatieve oplossing voor de situatie aan de Meteorenweg. Woonpartners laat weten de bewoners te willen betrekken bij de uitwerking van een definitieve en passende oplossing waarin het kunnen wonen in een woonwagen wordt gerespecteerd.
Commentaar
Door deze uitspraak van de Rechtbank in Gouda , is nu ook in het Nederlands rechtssysteem vastgelegd dat in het volkshuisvestingsbeleid woonwagenbewoners aanspraak kunnen maken op de woonwagen als specifiek bij hen behorende woonvorm.
Gemeenten en woningcorporaties zullen voortaan in het huisvestings-beleid,woonvisies en bestemmingsplannen voldoende mogelijkheden moeten inbouwen voor de woonvorm woonwagen. Dat wil niet zeggen dat er geen woonwagenwoningen meer kunnen worden aangeboden. Wel kan de woonwagenbewoners nu zelf de keuze maken of toekomstige nieuw-of vervangingsbouw in de vorm van een woonwagen of een woonwagen wordt gerealiseerd.
Voor de toekomst betekent dit ook er in de woonwagenbouw weer initiatieven ontplooit kunnen worden, waardoor er ook bij deze woonvorm meer aandacht komt voor duurzame en energiezuinig ontwerpen.
Waddinxveen Woonwagenwoningen Niet Gelijk Aan Woonwagens ECLI NL RBDHA 2019 76