Gemeente Leudal discrimineert woonwagenbewoners oordeelt het College voor de Rechten van de Mens.
12 januari 2017
Op 19 december 2016 heeft het College voor de Rechten van de Mens het oordeel uitgesproken, dat de gemeente Leudal een woonwagenbewoner discrimineert doordat zij beleid voert waardoor hij niet in aanmerking komt voor een woonwagen- standplaats. Het college van B&W maakt daarmee een verboden onderscheid op basis van ras, omdat zij bij het aanbod van woonruimte woonwagen- bewoners niet gelijk behandeld met woningzoekende die wachten op een sociale huurwoning. Het College stelt vast dat er in de gemeente Leudal op grond van de behoefte voldoende sociale woningen aanwezig zijn, terwijl dit bij woonwagenbewoning niet het geval is. Binnen de gemeente Leudal bestaat een wachtlijst voor woonwagenstandplaatsen en de feitelijke wachttijd is langer dan vier jaar. Doordat vrijkomende standplaatsen alleen beschikbaar worden gesteld aan bewoners met een eigen woonwagen, zal het steeds moeilijker worden voor woonwagenbewoners om een standplaats te krijgen.
Het College zegt dat de gemeente op basis van geïnventariseerde behoeften moet zorgen voor een zo gelijkwaardig mogelijk aanbod van sociale huisvesting en van woonwagenstandplaatsen. Zij wijst ook het argument van de gemeente Leudal af dat niet de gemeente, maar de woningcorporatie verantwoordelijkheid is voor het aanbod van standplaatsen. Op grond van de Woningwet moeten de wooncorporaties weliswaar bijdragen aan de uitvoering van het volkshuisvestingbeleid, maar de inhoud van dit beleid is een verantwoordelijkheid van de gemeente.
Oordeel 2016-139 Volledig Gemeente Leudal College Voor De Rechten Van De Mens 19 December 2016 Oordeel 2016-139 Gemeente Leudal College Voor De Rechten Van De Mens 19 December 2016Artikel Limburgs Dagblad :Plekje voor het woonwagenras.
Op 6 januari 2017 staat over deze uitspraak een helder verhaal door journalist Sjors van Beek over de uitspraak van het College en de situatie in de gemeente Leudal met als kop: “Plekje voor het woonwagenras. Leudal heeft niet als enige gemeente te weinig standplaatsen voor woonwagens. Dat is rassendiscriminatie, oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. Hij laat woonwagen- bewoner Beer van Susteren, die de klacht bij het College heeft ingediend en Paula Bloemers,voorzitter van de stichting Travellers United Nederland aan het woord.
Plekje Voor Het Woonwagenras Dagblad De Limburger Sjors Van Beek 7 Januari 2016Toelichting van het begrip ras.
Op grond van artikel 7a van de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) is het verboden om op grond van ras onderscheid te maken bij sociale bescherming. Huisvesting met inbegrip van huisvesting van woonwagenbewoners valt onder het begrip sociale bescherming. Het College voor de Rechten van de Mens onderzoekt danook of een gemeente woningzoekenden net zoveel mogelijkheden aanbiedt om een ( sociale) woning te huren als een woonwagenbewoner om een woonwagenstandplaats te huren met een woonwagen.
Het begrip ras in de AWGB moet ruim worden uitgelegd en omvat tevens: huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming. De bevolkingsgroep van woonwagenbewoners wordt beschouwd als een etnische groep die onder de bescherming van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van elke vorm van rassendiscriminatie (IVRD) valt.
Volgens het principe van de zelfidentificatie valt een groep personen die zich van generatie op generatie als woonwagenbewoners manifesteert en die zich beschouwt als een bevolkingsgroep met een van andere bevolkingsgroepen te onderscheiden cultuur, onder het begrip ras, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel b, AWGB.