Jaarverslag College voor de Rechten van de Mens 2014: Uitsterfbeleid woonwagenbewoning discriminerend.
Vrijdag 15 mei 2015
Op 12 mei 2015 heeft het College voor de Rechten van de Mens de derde jaarlijkse rapportage over de mensenrechten het jaar 2014 gepubliceerd.
In het rapport staat in het hoofdstuk ” Non-discriminatie en gelijke behandeling” op bladzijde 46:
“Uitsterfbeleid woonwagenbewoning is discriminerend. Het ‘uitsterfbeleid’ van gemeenten voor woonwagenbewoning is in strijd met de Algemene Wet Gelijke Behandeling ( AWGB). Dat besliste het College eind 2014 in twee oordelen. Dit beleid leidt ertoe dat woonwagenbewoners niet meer in hun woonwagens kunnen blijven wonen, terwijl dit juist van oudsher een essentieel onderdeel is van de cultuur van deze groep. “
Met deze uitspraak worden gemeenten en woningbouwcorporaties erop gewezen, dat zij met een uitsterfbeleid in strijd handelen met de AMGB, maar ook met Internationale Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassen-discriminatie. Het College voor de Rechten van de Mens doet in deze rapportage geen directe aanbeveling. Als je echter kijkt naar haar standpunt ten aanzien van de decentralisatie van de zorg, waarvoor gemeenten vanaf 1 januari van dit jaar verantwoordelijk zijn, dan zegt zij dat dat Centrale overheid ook toezicht moet blijven houden op gemeenten dat zij op een goede manier de zorg organiseren en verlenen aan hun burgers. Nu is de zorg voor de huisvesting van woonwagen-bewoners natuurlijk al in 1999 verplaatst van de rijksoverheid naar gemeenten. In het geval dat gemeenten in strijd met verschillende wetten bezig zijn om een uitsterfbeleid voor woonwagenbewoning te voeren, zal volgens het College, de rijksoverheid eveneens toezicht moeten uitoefenen op gemeenten. Dit standpunt wordt o.a.gedeeld door het Europese Comité voor Sociale Rechten, dat in 2014 de Belgische overheid heeft medeverantwoordelijk heeft gehouden voor de verbetering van de woonsituatie van de woonwagenbewoners.Deze rapportage is opnieuw een signaal aan de Tweede Kamer om minister Stef Blok te vragen of de regering ook naar woonwagenbewoners haar verantwoordelijkheid gaat nemen en afstand neemt van het uitsterfbeleid van gemeenten.
Interview Paula Bloemers.
In de rapportage is een apart interview opgenomen met Paula Bloemers, die de zaak rond het uitsterfbeleid in de gemeente Oss aanhangig heeft gemaakt: Paula (42), woont samen met haar echtgenoot en zoon al haar hele leven in een
woonwagenkamp in Oss. Iedereen in haar familie woont al meer dan honderd jaar in soortgelijke kampen. De sfeer onderling en met de buurt is gemoedelijk, er is vrije inloop bij haar en iedereen thuis. Paula voelt zich volledig geïntegreerd.
Maar intussen voert de gemeente een uitsterfbeleid waardoor langzaam alle woonwagenbewoners verdwijnen. “De overheid maakt ons een status ‘apart’, net alsof we een of andere kermisattractie zijn. Zij redeneren dat wij woonwagen- bewoners onze cultuur ook ‘in huis’ kunnen beleven. Maar die woonwagen is toch gewoon ons huis?” Paula, en andere woonwagenbewoners, dienden een klacht in bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College oordeelde dat zij gediscrimineerd worden vanwege hun afkomst. “We krijgen in deze maatschappij allemaal kinderen, elke cultuur mag in Nederland dat beleven en iedereen mag hier zichzelf zijn. Hoe kan het dan dat wij niet mee mogen doen?” Door het ‘passief-0-beleid’ mogen er geen nieuwe woonwagens worden opgezet of oude doorverkocht. “Mochten mijn ouders overlijden of verhuizen, dan krijg ik geen nieuwe buren meer maar betonblokken.” Sinds het oordeel zijn er veel mede-woonwagenbewoners uit Nederland die klachten indienen bij antidiscriminatiebureaus, of aangifte doen. Toch houdt het uitsterfbeleid stand. “Er is geen overheid in Nederland die het als discriminatie ziet. Als er niets verandert, ga ik naar de rechtbank en procedeer ik door tot aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Want ik ga hier niet mee akkoord.”
Rapportage Mensenrechten In Nederland 2014